Kinderboekenambassadeur

   
 

Leesbevordering is beslist geen geldverspilling

Leesbevordering is niet alleen iets van het onderwijs en heeft niet alleen te maken met boeken lezen, maar is een investering in de zelfredzaamheid en het welzijn van iedereen.

21 maart 2025 geplaatst op www.volkskrant.nl

Auteurs: Tamar van Gelder, directeur Stichting Lezen en Daan Beeke, specialist voortgezet onderwijs en internationale netwerken

Er is al het een en ander gezegd over het interview met Wijnand Meinhardt dat op 14 maart in de Volkskrant verscheen. Mogelijk is er een zaadje geplant voor een nieuwe maatschappelijke discussie over de zin en onzin van leesbevordering en hoe deze eruit moet zien. Zo heeft Els Stronks er in deze krant al op gewezen dat leesbevordering niet gericht is op het lezen van Schopenhauer, maar wel op een brief van de Belastingdienst.

Michelle van Dijk (leraar Nederlands in het voortgezet onderwijs), roerde zich via LinkedIn en noemde het artikel zelfs gevaarlijk en eenzijdig. Zij ervaart immers elke dag in de klas de noodzaak van leesbevordering.

Stichting Lezen zet zich sinds 1987 in voor leesbevordering, vanuit de gedachte dat elk kind recht heeft op geletterdheid. Het maatschappelijk debat over lezen volgen en aanzwengelen is ook een kerntaak, maar vooral onder andere docenten, bibliotheekmedewerkers, journalisten en ‘de maatschappij’ voorzien van wetenschappelijke inzichten over lezen en leesbevordering. We zijn daarmee, om met Meinhardt te spreken, factcheckers als het op lezen aankomt.

Hoewel we blij zijn met elke breed gevoerde discussie over leesbevordering, is het jammer als het uitgangspunt is dat leesbevordering niet werkt, grote flauwekul is en bovendien geldverspilling.

Empathischer

Leesbevordering is (ook in het artikel van Stronks) een containerbegrip waar voor de meesten alles onder valt wat met boeken te maken heeft. Het is niet nieuw dat mensen ‘tegen leesbevordering’ zijn, wat kan betekenen dat ze tegen of juist voor een verplichte leeslijst zijn op school, tegen of voor de Max Havelaar in de klas (overigens een zeer leesbaar boek, vergeleken met Schopenhauer).

Wie tegen leesbevordering is, vindt vaak sport en gezond eten minstens zo belangrijk en ook dat lezen ‘gewoon een hobby is’ en dat we niemand moeten verplichten om wat dan ook leuk te vinden. Voorstanders weten dat lezen de beste remedie tegen kansenongelijkheid is, dat lezen de levensverwachting verhoogt en empatischer maakt).

Misschien hebben we als leesbevorderaars niet genoeg aandacht gevraagd voor wat leesbevordering is en misschien hebben we het zelf te vaak over leesmijdende vijftienjarigen. Want hoewel leesbevordering ook over hen gaat (en het voor ons gek genoeg behulpzaam kan zijn als mensen inzien dat het een probleem is als ze niet lezen), is het goed te benadrukken dat leesbevordering begint met pasgeboren baby’s. Dat leesbevordering niet alleen iets is van het onderwijs of alleen te maken heeft met dikke (of juist dunne) boeken lezen, maar een investering is in de zelfredzaamheid en het welzijn van iedereen. Het speelt zich niet uitsluitend af in klaslokalen, bibliotheken en boekwinkels maar ook op het consultatiebureau, omdat lezen uiteindelijk ook een kwestie van gezondheid is.

Betere ouder-kindband

De overheid investeert via BoekStart in de allerkleinsten door hun ouders te voorzien van boekjes, voorleestips en ze de drempel van de bibliotheek over te helpen. Dit leidt tot kinderen die aan het begin van de kleuterschool een (bewezen) grotere woordenschat hebben en dus ook (bewezen) beter meekunnen met het onderwijs. Een effect dat in de loop der jaren alleen maar sterker wordt, vertelt de wetenschap ons. Niet bepaald zinloze geldverspilling, want dit leidt niet alleen tot kansengelijkheid gedurende de schoolloopbaan, maar ook dat voorlezen leidt tot een betere ouder-kindband en daarmee tot een groter welzijn en betere gezondheid.

In de wetenschap wordt bij investeringen in de allerjongsten vaak verwezen naar de ‘Heckman Equation’ van Nobelprijswinnaar James Heckman. Deze econoom toonde aan dat een investering in de allerjongsten de beste ‘return on investment’ geeft. Géén geldverspilling. En mocht het op 15-jarige leeftijd toch niet gelukt zijn, dan proberen we het in het onderwijs met lezende leraren toch nog goed te krijgen.

Nieuw fundament

Het is enorm veel moeite, en misschien kunnen we met Meinhardt hopen op een nieuw fundament onder onze maatschappij, waardoor kinderen niet langer het langdurige proces (vergelijk het met leren zwemmen) hoeven te doorstaan om goed te kunnen lezen, een vaardigheid die ze niet alleen in staat stelt om een boek te lezen (of een brief van de belastingdienst), maar ook om de vele informatie die op hen afkomt te ordenen, te duiden en analyseren. Want het is moeilijk genoeg.

Zelfs al weten leesbevorderaars best hoe het moet, het is niet eenvoudig om de aandacht af te snoepen van schermpjes met sociale media of om jongeren die niet uit een huis vol boeken komen toch leesvaardig te maken. Maar zolang we willen dat mensen zelf kunnen denken, zelf informatie kunnen duiden, zelf de ander willen begrijpen, zullen we ze voorlopig nog moeten leren lezen.

Opinie van Tamar van Gelder, directeur Stichting Lezen en Daan Beeke, specialist voortgezet onderwijs en internationale netwerken
21 maart 2025 geplaatst op www.volkskrant.nl